Nieuw Publiek


In de praktijk blijken veel mensen niet naar theater, festival of museum te gaan. Dat is om meerdere redenen jammer. Voor zowel het publiek dat waardevolle ervaringen mist als voor de culturele sector die gebaat is bij een breed draagvlak in de Nederlandse samenleving. Om hier wat aan te doen is het nodig om aantrekkelijk te zijn voor ‘Nieuw Publiek’ dat tot nu nog niet de weg naar de culturele sector weet te vinden. Dat is het vertrekpunt voor de proeftuin Nieuw Publiek die in 2020 startte.

In de proeftuin Nieuw Publiek hebben Stichting Kunst & Cultuur en de Rijksuniversiteit Groningen vanuit meerdere perspectieven onderzocht wat mensen weerhoudt om naar het theater of het museum te gaan. Dit gebeurde in gesprekken met focusgroepen. Dat bood goed inzicht in de achterliggende redenen om geen gebruik te maken van het culturele aanbod. Die redenen zijn divers. Sommigen voelen zich gewoon niet thuis in een theater. Anderen voelen zich niet aangesproken door de programmering of de communicatie daarover.

In de proeftuin nieuw publiek is samengewerkt met het Landelijk Kennisinstituut Cultuureducatie en Amateurkunst (LKCA), de Boekmanstichting en het lectoraat Kunst en Maatschappij van de Hanzehogeschool. De proeftuin werd mogelijk gemaakt door de noordelijke overheden in We the North, het Fonds Podiumkunsten en het VSB fonds. Eind 2022 werd de proeftuin afgerond.

De proeftuin gaf inzicht in de achterliggende redenen om geen gebruik te maken van het culturele aanbod. Die redenen zijn divers. Sommigen voelen zich gewoon niet thuis in een theater. Anderen voelen zich niet aangesproken door de programmering of de communicatie daarover.  Aan de hand van al deze inzichten is vervolgens gekeken naar wat er gedaan kan worden om het aanbod aantrekkelijk te maken en dit op een goede manier onder de aandacht te brengen. Dit is vertaald in een tiental experimenten in Drenthe, Friesland en Groningen.

Zes van de experimenten concentreerden zich op jongeren: het nieuwe publiek bij uitstek. Een van de manieren om podiumkunsten aantrekkelijk te maken voor jongeren is hun meer zeggenschap te geven over de programmering en meer te betrekken bij marketing en communicatie. Jongeren bleken uitstekend in staat om hun eigen theateravond samen te stellen. Ze gingen daarbij niet uit van het bestaande aanbod, maar van hun dagelijkse leefwereld.

“Jongeren informeren jongeren” blijkt een krachtige manier te zijn om jongeren te bewegen wel naar het theater te laten gaan. Zij kennen de codes en de taal. Voor marketeers is het goed om te beseffen dat de taal van jongeren meer is dan ‘afwijkende spreektaal’. Uit de experimenten zijn netwerken van jongeren ontstaan die elkaar via social media informeren en betrekken bij cultuur. Het volledige onderzoeksrapport is hier te downloaden.

In een vervolg op een van de bevindingen van de proeftuin onderzoekt de Rijksuniversiteit Groningen, met steun van Digitaal Erfgoed Nederland en We the North, hoe netwerken van jongeren beter en duurzaam kunnen worden ingezet.