Zoektocht naar nieuw publiek begint met goed luisteren


Op 20 april waren er zo’n 80 belangstellenden aanwezig bij het Symposium Nieuw Publiek in Podium Zuidhaege in Assen. Onderzoeker Johan Kolsteeg praatte hen bij over de uitkomsten van de Proeftuin Nieuw Publiek. En overhandigde het eerste exemplaar van de publicatie aan subsidiegevers We the North en Fonds Podiumkunsten. In aparte sessies konden de deelnemers aansluitend doorpraten over de proeftuin, jongerenmarketing en het gebruik van data in de culturele sector.

Jongerenmarketing

In de Proeftuin Nieuw Publiek zijn experimenten uitgevoerd om het cultuuraanbod beter bereikbaar te maken voor jongeren. Goed luisteren is daarbij een vereiste. In meerdere Drentse theaters is gewerkt met focusgroepen van jongeren die meedachten met de programmering. Dat leidde tot een aanbod dat beter aansloot bij interesses van jongeren en ook de bereidheid bij hen hierover actief te communiceren. Er zijn wel goede docenten en begeleiders nodig voor de samenstelling van de focusgroepen en de gesprekken met jongeren. Belangrijk is ook het besef dat jongeren een andere kijkhouding hebben. Ze willen niet alleen kijken. Ook sociale interactie is voor hen een reden om naar het theater te gaan.

Gebruik van data

Met het cultureel doelgroepenmodel is het mogelijk een goed beeld te krijgen van de bezoekers van culturele instellingen. Daarvoor is het belangrijk om postcode en huisnummer van bezoekers te registreren. Het model koppelt deze aan beschikbare data en maakt zo maakt onderscheid tussen 11 verschillende doelgroepen. Deze zijn verdeeld naar onder andere inkomen en culturele voorkeuren. Zo krijg je als marketeer een goed beeld van de doelgroepen die je wel en niet bereikt. Ook voor programmeurs biedt dit waardevolle informatie. Op www.cultureledoelgroepen.nl is meer informatie hierover te vinden.

Proeftuin

In een aparte sessie ging Johan Kolsteeg dieper in op de uitkomsten van de proeftuin Nieuw Publiek. In theater De Lawei in Drachten was als experiment het culturele doelgroepenmodel gekoppeld aan communicatiestijl. Dat stelde het theater in staat om de informatie over voorstellingen aan te passen aan de voorkeur van de bezoeker. Zo bleek dat de ene bezoeker zich meer aangesproken voelt door ervaringen terwijl een ander juist feitelijke informatie wil.

Linda Thoen va DEN benadrukte in deze sessie dat ook kleinere culturele instellingen voldoende mogelijkheden hebben om te werken met data. Op de website www.den.nl is hierover meer informatie te vinden.