Reactie We the North op Meerjarenbrief Cultuur 2023-2025 en BIS-brief


Kunst en cultuur bieden inspiratie en perspectief in een veranderende samenleving. Cultuur is van onschatbare waarde voor de brede welvaart. Het is belangrijk dat overheden samen optrekken om deze waarde overal in Nederland tot haar recht te laten komen. Hiervoor is een sterke culturele en creatieve sector nodig in alle regio’s. We the North werkt hier aan en waardeert de inhoudelijke visie van staatssecretaris Uslu in haar meerjarenbrief cultuur. Daarbij zoeken wij net als de staatssecretaris nadrukkelijk de verbinding met andere beleidsterreinen zoals onderwijs, sociaal domein en ruimtelijke ordening. Wij willen graag samen met het Rijk blijven werken aan herstel, vernieuwing en groei van onze culturele basisinfrastructuur. Het is van groot belang dat wij als regio, gemeenten en provincies nauw betrokken worden bij het landelijke cultuurbeleid. Met deze brief heeft We the North de cultuur-woordvoerders van de Tweede Kamer uitgangspunten meegegeven voor het wetgevingsoverleg van 14 november a.s..

BIS

De staatsecretaris heeft in een brief aan de Kamer laten weten dat de BIS- en fondsenperiode definitief niet wordt verlengd, omdat dit juridisch niet mogelijk is. Als We the North respecteren we het besluit van de staatssecretaris. Wij hadden aangegeven een voorkeur te hebben voor verlenging van de landelijke beleidsperiode om rust en ruimte te bieden aan de sector, maar begrijpen ook dat een dergelijke beslissing juridisch houdbaar moet zijn. We zijn blij met het behoud van het extra budget van 25 miljoen euro en de verlenging van de financiële impuls van 2 miljoen euro per jaar voor versterking van de culturele infrastructuur in een zestal provincies, waaronder Drenthe en Fryslân. Hiermee kunnen we de ingezette versterking van onder andere de noordelijke netwerken voor popcultuur en cultuur en natuur voortzetten. Het is belangrijk om als stedelijke regio flexibel in te kunnen spelen op uitdagingen in de toekomst.

We maken ons ook zorgen, zorgen over de kansen voor nieuwe toetreders en makers. Ook maken we ons zorgen over partijen die in de huidige beleidsperiode nieuw zijn in de BIS of bij de fondsen, zoals Station Noord, Noordstaat en de Noorderlingen. Zij moeten in 2024 een aanvraag indienen waarbij ze – in verband met de pandemie -alleen kunnen worden beoordeeld op de tweede helft van 2022 en 2023. Dit legt veel druk op deze instellingen.

Voorgestelde vragen:

  • Zijn er voldoende kansen voor vernieuwing in een nog steeds turbulente tijd voor de cultuursector?
  • Op welke wijze worden de (stedelijke) cultuurregio's tijdig betrokken bij het proces richting de cultuurbeleidsperiode 2025-2028?
  • De staatssecretaris is positief over de meerwaarde van de cultuurregio’s en wil deze samenwerking voort zetten. Zoals alle cultuurregio’s hebben we als We the North een convenant met het Rijk afgesloten waarin we onder andere hebben afgesproken dat we programmatisch gaan samenwerken. In de Meerjarenbrief zijn alle middelen nu belegd en is er geen ruimte meer om (extra) financiële afspraken te maken met de cultuurregio’s. Is de staatssecretaris bereid te zoeken naar financiële mogelijkheden om programmatisch samenwerken ook financieel te ondersteunen?
  • Hoe zorgt de staatssecretaris ervoor dat instellingen die voor het eerst in de BIS zijn opgenomen ook in de nieuwe opzet kansrijk zijn voor ondersteuning terwijl zij slechts op prestaties over 2022 en 2023 kunnen worden beoordeeld?

Eerlijke kansen voor makers

Noordelijke cultuurmakers staan midden in de samenleving en werken vaak op een interdisciplinaire, vernieuwende manier. Zij werken in een noordelijke context. Dit vraagt ook iets anders van hen, bijvoorbeeld omdat de samenstelling van het publiek anders is. Als stedelijke regio werken wij aan talentontwikkeling en doorstroming samen met onze noordelijke netwerken zoals Station Noord, Hit the North en de Noordenaars. Wij bekommeren ons ook om eerlijke beloning en werkomstandigheden voor onze makers. We vinden het belangrijk hier een open gesprek over te voeren met de sector en als overheden onderling. De verwachte kloof in het gemeentefonds in 2025 maakt het moeilijker voor gemeenten om in te zetten op eerlijke beloning en tegelijkertijd een diverse en kwalitatief hoogstaande sector in stand te houden.

Voorgestelde vragen:

  • In de Kamerbrief staat ook nadrukkelijk dat ook van andere overheden en fondsen een verantwoordelijkheid gevraagd wordt. Hoe ziet de staatssecretaris dit voor zich, bijvoorbeeld als het gaat om instellingen waar andere overheden primair verantwoordelijk zijn voor de subsidieverlening?

Cultuur voor iedereen

Wij zijn verheugd over de extra investeringen in cultuurparticipatie en de bibliotheek. Door de pandemie stond cultuurbeoefening onder grote druk, zeker bij de jeugd. De middelen voor jongerencultuur zijn onlangs beschikt en de gemeenten Groningen, Leeuwarden en Emmen gaan hier met de sector een goede invulling aan geven. De Cultuurkaart voor het MBO verwelkomen wij.  De bibliotheek van het jaar in Hoogezand laat zien hoe waardevol een bibliotheek is voor de gemeenschap. Wij zien een grote urgentie om met bibliotheken in te zetten op het bestrijden van laaggeletterdheid, leesbevordering en deelname aan de maatschappij. Het Nationaal Akkoord voor Amateurkunst verwelkomen wij als een stap naar een nieuw cultuurbeleid-stelsel met heldere afspraken tussen overheden.

Voorgestelde vragen:

  • De middelen impuls jongerencultuur 2022 zijn beschikt in november 2022, waardoor er een kans bestaat dat gemeenten niet alle middelen volledig kunnen besteden in 2022. Kan de statssecretaris toezeggen dat de verantwoording impuls 2022 van gemeenten met coulance en maatwerk wordt beoordeeld?
  • Houdt de staatssecretaris bij het aanscherpen van de bibliotheekwet rekening met de lokale en regionale context waarin bibliotheken opereren?

We gaan graag in gesprek met de staatssecretaris en het ministerie hoe we als overheden het proces richting de nieuwe cultuurbeleidsperiode 2025-2028 zo goed mogelijk in kunnen gaan. Ook denken we graag mee hoe het stelsel na 2028 zo herijkt kan worden dat de knelpunten in het huidige systeem verholpen kunnen worden en de aansluiting bij nieuwe ontwikkeling verbeterd wordt. Wat ons betreft blijft de stedelijke regio in de toekomst een rol spelen in het landelijke cultuurbeleid.