Omslag We the North

Reactie We the North op subsidieverlening Fonds Podiumkunsten 2021-2024


Het landelijke Fonds Podiumkunsten (FPK) heeft onlangs haar besluitvorming over de meerjarige subsidies 2021-2024 bekendgemaakt. Als stedelijke regio werkt We the North aan een sterke kunst- en cultuursector in Noord-Nederland met duurzame regionale netwerken, voor alle makers, inwoners en bezoekers. We the North is daarom teleurgesteld over het gebrek aan regionale spreiding van de FPK-subsidies voor theatergezelschappen, waarbij alleen Opera Spanga uit Friesland subsidie krijgt en de PeerGrouP - ondanks een positief advies - als enige Drentse gezelschap haar landelijke subsidie verliest. Dit betekent niet alleen een zware aderlating voor Drenthe maar ook een verzwakking van de gehele noordelijke cultuursector. Noord-Nederland krijgt 2% van de landelijke FPK-middelen voor producties, tegen 54% voor Amsterdam. Met 1,7 miljoen inwoners in het Noorden kunnen we dit niet anders dan een bizarre verdeling noemen.

Wij zijn wel tevreden over de positieve adviezen voor onze festivals, zoals Welcome tot the Village, Jonge Harten en FestivalderAa. Naast Noorderzon komt naar verwachting ook Eurosonic/Noorderslag in de landelijke basisinfrastructuur (BIS). Wij vinden het echter onbegrijpelijk dat de opdracht tot regionale spreiding door het FPK aan de kant is geschoven bij het beoordelen van theatergezelschappen in het middensegment. Deze makers hebben de ondersteuning van het FPK ook hard nodig en spelen landelijk een belangrijke rol in het theateraanbod.

Voor de PeerGrouP uit Donderen is het een extra hard gelag om met een positief advies toch geen geld te krijgen. De PeerGrouP speelt een onmisbare rol in Drenthe en in het noordelijke talenten-netwerk Station Noord, dat juist net is toegelaten tot de BIS. Al meer dan vijftien jaar krijgt de PeerGrouP ondersteuning van het FPK voor haar producties die vaak zijn geïnspireerd op plattelandsthema’s, zoals Maalkop en de Drentse Bluesopera. Producties die voor en vaak samen met inwoners worden gemaakt en ook geregeld in het hele land te bezoeken zijn. In ons noordelijke Regioprofiel hebben wij binding met het landschap, ruimte en de diversiteit tussen Groningen, Fryslân en Drenthe als speerpunten gekozen. De PeerGrouP is hier met haar hoogwaardige locatietheater één van de hoofdrolspelers in. Het verlies van 4 ton subsidie per jaar leidt tot een halvering of zelfs het stoppen van de PeerGrouP, een kapitaalvernietiging die wij onverteerbaar vinden.

Het FPK beoordeelt artistieke kwaliteit en publieksbinding naar onze mening te gekleurd. Regionale eigenheid wordt gebruikt als minpunt bij de artistieke beoordeling, terwijl regionale inbedding in het landelijke beleid een wezenlijk onderdeel is. De Peer Group zou ‘te noordelijk’ zijn en bijvoorbeeld de oorspronkelijke Meindert Talma, een maker met een (sterk) eigen artistieke signatuur niet voor heel Nederland interessant. Ons inziens een opmerkelijke misvatting. De verdeling van Nederlandse cultuursubsidies zou niet afhankelijk moeten zijn van een artistieke beoordeling van een commissie die de regionale context niet meeweegt.

Het publiek in Noord-Nederland is anders samengesteld en de bevolkingsdichtheid is lager, wat leidt tot een extra uitdaging voor culturele instellingen. De minister en de kamer vinden het belangrijk dat alle Nederlanders in hun eigen omgeving geraakt kunnen worden door cultuur: kunst en cultuur voor iedereen. Het bevreemdt ons dat de ene noordelijke aanvrager een relatief groot maar te vast publiek zou hebben (Peter de Grote Festival) en daarom wordt afgewezen, terwijl de PeerGrouP te weinig vast publiek zou hebben met telkens 80% nieuwe bezoekers door de laagdrempelige voorstellingen.

Wij roepen -samen met vele anderen- de Tweede Kamer en de minister op om de voorgestelde subsidiebesluiten van het FPK te herzien. Dit kan door hetzij een reparatie van 8,6 miljoen euro per jaar ten gunste van de B-lijst of door een bescheidener reparatie voor positief beoordeelde gezelschappen die werken in een regio met een ijle culturele infrastructuur. Voor deze regio’s zoals Drenthe maar ook voor Oost-Nederland is dit extra van belang. Door een regionale reparatie hebben positief beoordeelde makers een eerlijke kans om in deze moeilijke corona-periode een bestendige beroepspraktijk vast te houden of op te bouwen. De minister sprak eerder vol lof over de ontstane regionalisering en wil diversiteit en inclusiviteit bevorderen voor iedereen. Het mag niet zo zijn dat het FPK vervolgens in Noord-Nederland en andere regio’s gaten slaat in het culturele aanbod. Zo wordt de kloof tussen de Randstad en de regio alleen maar groter.